'Zwart kind 1 kauwt en slikt weg'
Bespreking van 'Froid en vitiligo' van Asha Karami

Wat verwacht het publiek van een toneelstuk van Asha Karami, de dichter van Godface? Godface is op z’n minst ontregelend te noemen: woorden en regels lijken willekeurig aan elkaar gekoppeld, taalregisters worden door elkaar gebruikt. Probeer daar maar eens vat op te krijgen. Wie is Asha Karami? Welke identiteit heeft zij? Deze vragen roepen haar debuut op. Nu is haar tweede werk verschenen, Froid en Vitiligo, een toneelstuk. Dit stuk is het eerste deel van de serie ‘De kreeftafslag’ van uitgeverij Opwenteling. Op de achterflap staat dat in deze serie bekende dichters hun a-typische werk publiceren: ‘Experimenteel, non-conformistisch, verborgen schrijfsels uit de onderste la’. Nu is de vraag waarin dit toneelstuk dan zo a-typisch is: voor Karami zelf, of voor de literatuur in het algemeen?
Het stuk is net als Godface ontregelend. Het ‘froid’ uit de titel is koud en‘vitiligo’ is een huidziekte waarbij je steeds meer witte plekken krijgt. Het decor is donker en sober. De namen van de personages zijn bijzonder: zwart kind 1, zwart kind 2, blauw kind en witte vrouw. De omschrijving van de personages herinneren aan de titel. Is het blauwe kind blauw van de kou? Was de witte vrouw eerst zwart, maar zit zij nu onder de witte plekken? De kinderen drinken en eten uit bakjes water en voedsel op de grond, alsof zij dieren zijn. Als zij spreken, dan doen zij dat niet alleen met gesproken, maar ook met gebarentaal. Echter, dialogen ontsporen al snel in geruzie, of in een volstrekt langs elkaar heen praten. Al na de eerste paar bladzijden ben je bevangen door kilte, chaos en vervreemding. Na elke scène is er een ‘black-out’. Gaat het licht uit, of juist aan? Weten mensen niet meer wat ze moeten zeggen of gaan de zwarte kinderen ‘out’, weg?
Als je probeert vat te krijgen op de personages, glippen ze door je vingers. Is de witte vrouw de moeder? Het is alsof zij alleen maar hallucinerend en orakels stamelend op het podium staat. Het zijn de kinderen die haar niet in de steek willen laten, maar zijn het haar eigen kinderen? Soms gedragen ze zich als kinderen, bijvoorbeeld als ze verstoppertje spelen, maar op een ander moment kruipen ze onder het bed en zingen mee met de witte vrouw. De scènes met deze vier wisselen af met scènes waarin twee androgyne figuren op het toneel staan: Froid, met een blauwe huid en Vitiligo met een huid waarop gepigmenteerde en gedepigmenteerde delen te zien zijn. Hun aanwezigheid kenmerkt zich door vreemde sprongen, gekreun en mysterieuze uitingen over ‘de overkant van de huid’. Soms gaan de gesprekken heel alledaags over eten, terwijl een van beiden ondertussen in een emmer plast. Wat is eigenlijk het verband tussen deze twee androgyne figuren en de andere vier? Overlappen zij elkaar deels? Als je de twee zwarte kinderen zou wegdenken, dan zouden er immers een blauw kind en een witte vrouw overblijven.
En dan begin je je af te vragen waarom je dit alles eigenlijk aan het lezen bent en voor je ziet: wat wil dit alles zeggen? Je grijpt onwillekeurig terug op wat je al kent, zoals het absurdistische toneel van Beckett. In die zin is er niets nieuws onder de zon, denk je dan. Het zijn andere figuren misschien, maar ze staan daar net zo willekeurig als Estragon en Vladimir uit Waiting for Godot. Toch wil je weten hoe het afloopt, óf het überhaupt afloopt, dus je leest door, bizarre scène na bizarre scène, black-out, na black-out, tot je bij de epiloog belandt.
En daar in die epiloog voltrekt zich iets wat je in eerste instantie gek genoeg helemaal niet verbaast, omdat je al afgestompt bent door wat je in de werkelijkheid iedere dag om je heen in het wereldnieuws ziet gebeuren en dit is daar misschien hooguit een nieuwe variant op, hoe gruwelijk ook. Bovendien verbaast het je niet, omdat de volstrekte willekeur van alles wat daarvoor geschreven staat, tot ieder mogelijk einde zou kunnen leiden, dus ook tot deze epiloog. Maar dan komt de verbijstering, op het moment dat je beseft: dit is toneel! Dit zou gespeeld moeten worden voor publiek en dat is onmogelijk! En terwijl je vastloopt in die verbijstering, realiseer je je wat je zojuist hebt gedacht: op toneel kan dit helemaal niet. Maar waarom, in Godsnaam, dan wél in de werkelijkheid? Zijn we dan helemaal gek geworden?
Asha Karami – Froid en Vitiligo. Eerste publicatie van De kreeftafslag. Opwenteling, Eindhoven. 78 blz. €17,50.