Via De kier naar de verborgen vrouwen


Bespreking van 'De kier' van Shantie Singh door Renske Dorreboom (leerling van vwo 6 van het Eligant Lyceum)

Zou jij de moed hebben om los te breken als je opgesloten zit door je schoonfamilie in een land waarvan je de taal niet spreekt? Het kostte Asha in De kier (2020) bloed, zweet en vooral heel veel tranen, maar uiteindelijk is het haar met behulp van een volhardende ambtenaar gelukt om los te breken uit haar sociaal isolement. Shantie Singh heeft er drie jaar over gedaan om De kier te schrijven[1] en dit is beloond: De kier is een prachtig boek en is uitgevoerd bij theatrale lezing in het kader van de Haagse vrouwendagen.[2]

           Shantie Singh, een pseudoniem voor Shantie Jagmohansingh, [3] is geboren op 14 mei 1982 in Almelo en groeide vervolgens op in Alphen aan de Rijn. Haar ouders komen uit Suriname en haar overgrootouders zijn in India geboren. Ze studeerde Bestuurskunde aan de Erasmus Universiteit en woont nog steeds in Rotterdam,[4] waar ze werkt als beleidsadviseur bij de gemeente Rotterdam om vrouwenrechten te verbeteren en seksueel en huiselijk geweld tegen te gaan.[5] Haar debuutroman Vervoering (2014) won in 2016 de Inktaap, een prijs die gekozen wordt door jongeren uit Nederland, Vlaanderen, Curaçao en Suriname. Daarop volgde De kier, die net als Vervoering gaat over de Surinaamse-Hindoestaanse cultuur en geschiedenis, die ook op Singh betrekking heeft. Haar recentste boek is de non fictie Na de komma (2024), die over de Hindoestaanse geschiedenis gaat en over het gebrek aan aandacht ervoor. Daarnaast is Shantie Singh lid van het schrijverscollectief Fixdit, waarbij vrouwelijke auteurs zorgen voor meer vrouwelijke inbreng in de Nederlandse literatuur.[6]

           In De kier wordt Uma, een ambtenaar van de gemeente Rotterdam die een groep leidt die werkt aan het bereiken en helpen van vrouwen in een sociaal isolement, de zogeheten verborgen vrouwen, na de dood van een verborgen vrouw ervan beschuldigd dat ze niet genoeg heeft gedaan om deze vrouw te helpen. Ondertussen zorgt haar thuissituatie voor problemen en krijgt ze de opdracht om een project op te zetten waarbij sleutelpersonen de verborgen vrouwen opzoeken en begeleiden. Het boek geeft het leven van deze verborgen vrouwen weer. Op haar eigen site zegt Singh hierover:

“De Kier is vooral een roman die gaat over de kracht van vrouwen. De stille heldinnen. De verborgen vrouwen. De overlevers. Het gaat over de verborgen pijn in de grote stad, over de kracht áchter het verborgen leed.” [7]

Op welke manier benadrukt Shantie Singh deze beperkingen en kracht van de vrouwen in De kier?

 

Allereerst gebruikt Singh het perspectief voor het accentueren van de kracht en verborgenheid van de vrouwen. Met een meervoudig perspectief creëert ze meer inzicht in de situatie waarin de personages verkeren. Doordat alle personages in een bepaalde mate vrij en beperkt zijn, krijgt de lezer een goed beeld in wat voor manier de vrouwen worden gelimiteerd. Dit is te illustreren met de twee personages Asha en Uma, waarbij Asha volledig is afgesloten van de buitenwereld en Uma wel vrij lijkt te zijn, maar toch nog sterk wordt begrensd door haar schoonfamilie. Deze verschillende perspectieven doen de lezer beseffen dat vrijheid relatief is en dat iemand die al gedeeltelijke onafhankelijkheid heeft verkregen, alsnog veel kracht nodig heeft om van volledige zelfstandigheid te kunnen genieten. Doordat vrijwel elk vrouwelijk personage in het boek op verschillende manier onder controle zijn of zijn geweest van hun schoonfamilie, onderstreept Shantie Singh dat de beperking van vrouwen op verschillende manieren kan plaats vinden.
De kracht van de vrouwen wordt weergegeven met behulp van hun kijk op de situatie van andere personages. Door vanuit het perspectief van de ene personage de toestand van een ander te zien, wordt de lezer zich ervan bewust hoe moeilijk van de positie van een personage is en de kracht die het deze vrouw kost om hieruit te geraken. Weer is dit bij Asha en Uma terug te zien: Asha kijkt bij de eerste ontmoetingen tussen hen erg tegen Uma op. Zij ziet de kracht die het Uma heeft gekost om diens vrijheid te bereiken, waardoor eveneens de lezer dit inziet.
Een ander bijzonder aspect van het perspectief is dat alleen het perspectief van Asha, dé verborgen vrouw in het boek, in de ik-persoon is geschreven. De rest is allemaal in personaal perspectief. Door deze verandering aan te brengen, wordt de eenzaamheid en afgeslotenheid van Asha benadrukt. Tegelijkertijd brengt het ik-perspectief ook meer in beeld hoeveel kracht haar het losbreken kost. Een goed voorbeeld hiervan is wanneer Asha voor het eerst in jaren buiten haar huis, die zij de Kamers noemt, is geweest om de tekening van een man die zij vaak voorbij ziet lopen en Aman noemt op te halen:

Maar dom of niet, Aman is nu zomaar mijn kamer binnengewandeld. Ik maak mezelf wijs dat Aman dit voor mij heeft gedaan. Dat alleen ik dit heb ontvangen. Ik verdrink bijna in dit sprookje.[8]

Door het sprookje, zoals ze het zelf noemt, besef je als lezer dat haar verbeelding een van de weinige dingen is die ze nog bezit. Dit benadrukt haar gebrek aan vrijheid. Toch is er ook kracht in het citaat te zien. Asha heeft door haar verbeelding weer een beetje contact met de buitenwereld, wat haar kracht geeft. Dat uit zich in de moed om buiten het huis te treden en de tekening mee te nemen.

           Daarnaast verwerkt de schrijfster symboliek in de verhalen om de dapperheid van de personages en gebrek aan controle die vrouwen hebben te versterken. Dit doet ze met behulp van drie motieven. Om te beginnen, komen er meerdere malen in het verhaal CP-tekeningen langs. Deze schetsen worden door heel de stad verspreid door een anonieme tekenaar, die vrouwen weergeeft als superhelden. Dit is een vrij expliciete manier om de kracht achter vrouwen weer te geven. Vaak duiken de tekeningen op wanneer vrouwen veel moed tonen. Dit gebeurt ook bij Asha, waarbij ze een tekening ziet waarin ze zichzelf herkent:

Het is een tekening. Een huis zoals kleine kinderen dat tekenen, van voren gezien, met kleine bloemen in de voortuin. Om het huis lopen verschillende mensen. Vrouwen, mannen en kinderen. Maar dan komt het: het raam is voorzien van tralies. Achter de tralies staat een vrouw. Een traan rolt over haar wang. Ze kan niet naar buiten.
Die vrouw ben ik.
[9]

Door de tekening erkent Asha dat zij opgesloten is en dat ze daar iets aan moet veranderen. Het is een kantelpunt in haar gedachtegang en daarbij verbeeldt de schets haar kracht.
Het tweede motief beeldt vooral de beperkingen die de vrouwen ondergaan uit. Het is dé kier waar het boek naar vernoemd is. Shantie Singh noemt op haar website dat ze in het boek de verborgen wereld door een kier laat zien en dat je samen met de verborgen vrouwen de buitenwereld door een kier ziet.
[10] In het laatste geval is de kier heel letterlijk: Asha heeft een gleuf waarvan ze de tape kan weghalen en de straat kan zien. De kier naar de verborgenheid is moeilijker zichtbaar. Het zijn de glimpen die de ander personages opvangen van de situatie waarin Asha zich bevindt. Beide kieren benadrukken de beperkingen die Asha en andere verborgen vrouwen worden opgelegd doordat ze de lezer bewust laten worden hoe moeilijk een verborgen vrouw te zien en te bereiken is.
De stad Rotterdam, waarin het boek zich afspeelt, is het laatste motief waar de schrijfster gebruik van maakt. Singh woont zelf in Rotterdam en deze stad was haar muze voor De kier.
[11] Meerdere personages in het boek beschrijven de verschillende kanten van de stad: de verborgen stad die bestaat uit veel verschillende culturen en de highlights, die vooral door mensen van buitenaf worden gezien. Hiermee geeft het decor van het boek ook de verschuiling weer die de vrouwen ondervinden. Een goed voorbeeld waarbij deze verschillende zijdes van de stad worden belicht, is wanneer Sid, het enige mannelijke hoofdpersonage in het boek, door de stad wandelt:

Er zijn altijd twee routes. Minimaal. De formele route om mensen rond te leiden. Dan wandel je door de stad alsof je die laat keuren door de kritische ogen van aanstaande schoonouders, de sociale index, de burgemeester of Amsterdammers.
Dan is er nog een route. Je eigen schets van de stad als een tatoeage op de straatstenen. Als een vingerafdruk, altijd te herleiden tot de eigenaar. Ook hij [Sid] heeft er een.
[12]

In dit citaat wordt de onbelichte kant van de stad beschreven, waarmee de verborgenheid van deze zijde wordt weergegeven. Door met dit aspect aandacht te geven aan verborgenheid, wordt de beperking van de vrouwen nog eens benoemd en daarmee benadrukt.

           Verder wordt de beperking van de vrouwen benadrukt door de timing in het boek. Het perspectief van de verborgen vrouw Asha wordt pas laat geïntroduceerd. Daarvoor is ze lang niet benoemd en was ze hiermee verborgen voor de lezer. Het moment waarop Asha’s perspectief wordt getoond, valt vrijwel samen met het moment waarop de andere personages haar en haar situatie ontdekken. Doordat de lezer gelijktijdig met de andere personages Asha in het vizier krijgt, beseft deze de echtheid van deze verborgenheid. Daarmee wordt de grootte van de opgelegde beperkingen benadrukt.

           Als laatste toont het contrast tussen vrijheid en beperking de kracht van de vrouwen. Deze tegenstellingen kunnen op meerder manieren in het boek voorkomen. Binnen één personage kan de afwisseling tussen onafhankelijkheid en beperking zorgen voor een groter contrast. Omdat het personage de ene keer weer vrij is en de andere keer niet, wordt de lezer ervan bewust dat voor de vrijheid die de vrouw voor zichzelf bemachtigd veel kracht gevraagd wordt. Deze vorm van contrast is vooral terug te zien in het personage Uma. Een goede illustratie hiervan is wanneer er op Uma op werk wordt beschuldigd van belangenverstrengeling en dat hier door haar schoonfamilie heftig op wordt gereageerd:

‘Is dit wat je wilde vertellen?’ Nikh [Uma’s man] houdt een krant omhoog. ‘Wat is dit?’
‘Hoe heeft dit kunnen gebeuren?’ vraagt haar schoonmoeder. Daarna de vraag die het zwaarst weegt: ‘Wie weten dit allemaal?’
Er wordt een belronde gestart. Voorzichtig polsen hoe groot de schade is, wie ervan weten.
[13]

In het bovenstaande citaat wordt Uma’s werk en haar onafhankelijkheid hierin hevig gecontroleerd door haar schoonfamilie. Dit benadrukt haar beperkingen, maar vooral de kracht die zij toont doordat ze ondanks de kritiek door blijft gaan met werken en zich blijft inzetten voor verborgen vrouwen.
Een andere manier waarin contrast te herkennen is, zijn de verschillende levens van personages. Doordat personages een heel ander leven leiden en deze vergeleken worden, wordt de kracht en beperking van de vrouwen benadrukt. Deze verschillen zijn vooral zichtbaar tussen ambtenaren en de verborgen vrouw in het boek. Ook wanneer Rosie, een sleutelpersoon in Uma’s project, praat met Asha, is deze tegenstelling te zien. Tijdens deze ontmoeting vertelt Rosie Asha over haar huwelijk waarin ze zichzelf verloor. Asha zelf zit op dat moment in een huwelijk waar ze niet meer uit komt. Doordat de lezer in dit fragment zowel het verhaal van de nu vrije Rosie ter ore krijgt en tegelijkertijd de situatie van Asha ermee vergelijkt, beseft degene hoeveel kracht bezit dat zij nu vrij is.
Verder gebruikt Singh ook ruimtes als contrast. Het gaat daarbij om de licht en donkerte van het gebied, maar ook over hoe de personages de ruimte ervaren. Op donkere onaangename plaatsen wordt het gevoel van beperking opgewekt, terwijl open en lichte ruimtes veelal met vrijheid en kracht wordt geassocieerd. Hierdoor kan de situatie van begrensdheid of zelfstandigheid worden versterkt door de plaats waar het zich afspeelt. Een goed voorbeeld van een tegenstelling in deze ruimtes zijn enerzijds de Kamers waarin Asha leeft, waarbij alle ramen zijn afgeplakt, en anderzijds het bankje in de tuin van het stadhuis waar Uma en Sid vaak op zitten en zich helemaal vrij voelen, zoals in het onderstaande citaat beschreven wordt:

Voorzichtig deelden ze hun angsten, wensen en gekkigheden. De tuin was hun exclusieve domein. Steeds vaker zaten ze er nog na sluiting van het stadhuis. [14]

De tuin wordt omschreven als een ruimte waar ze kracht uit halen om dingen te delen en echt vrij te zijn. Hiermee representeert en benadrukt de tuin hun kracht.

 

Al met al accentueert de schrijfster de kracht en beperking met behulp van verschillende methodes. Ze gebruikt het meervoudig perspectief om de kracht en vrouwen en de beperking te onderstrepen door de personages elkaars situatie te laten evalueren en daarmee eveneens contrast op te wekken. Ook helpen de meerdere perspectieven voor het continu laten terugkeren van symbolen die met hun betekenis de kracht en beperking van de vrouwen versterken. Verder wordt door het Asha perspectief in de ik-persoon te vertellen en deze pas later het verhaal te laten verschijnen de verborgenheid benadrukt. Als laatste gebruikt ze ruimtes en personages met gedeeltelijke vrijheid om contrast te veroorzaken, waarbij kracht en beperking centraal staan. Zo opent Shantie Singh voor ons de kier naar de verborgen wereld.

 

Bronnenlijst: 

  • Singh, S. (2020). De Kier. De Geus. 


  • (Singh, 2020) 


  • (Singh, 2020, p. 106) 



  • (Over Shantie :: Shantie Singh, z.d.) 



  • (Shantie Singh - de Kier, z.d.) 



  • (Triebel, z.d.) 



  • (Hindorama, 2022) 



 

 


[1]
(Shantie Singh - de Kier, z.d.) 

[2] (Shantie Singh - de Kier, z.d.) 

[3] (Hindorama, 2022)

[4] (Triebel, z.d.) 

[5] (Over Shantie :: Shantie Singh, z.d.) 

[6] (Triebel, z.d.) 

[7] (Shantie Singh - de Kier, z.d.) 

[8] (Singh, 2020, p. 202) 

[9] (Singh, 2020, p. 202) 

[10] (Shantie Singh - de Kier, z.d.) 

[11] (Shantie Singh - de Kier, z.d.) 

[12] (Singh, 2020, p. 124) 

[13] (Singh, 2020, p. 44) 

[14] (Singh, 2020, p. 110)