De verborgen kwetsuren achter de regels
Bespreking van enkele korte verhalen van Anna Enquist door Renate Bussink (leerling vwo 6 van het Eligant Lyceum)

Anna Enquist is een schrijfster die het beste van zichzelf laat zien in haar dichtbundels, verhalen en romans. In 1945 is Anna Enquist onder de naam Christa Broer in Amsterdam geboren. Ze is opgegroeid in Delft en na het afronden van het gymnasium heeft ze klinische psychologie gestudeerd in Leiden. Hierna heeft ze alsnog haar voorkeursstudie gevolgd en afgerond, piano aan het conservatorium van Den Haag. Na het afronden van het conservatorium is ze schoolpsycholoog geworden en in de jaren tachtig heeft ze nog een opleiding tot psychoanalyticus gevolgd (DBNL, 1980). In deze periode van haar leven is ze begonnen met schrijven en in 1991 publiceert zij
Soldatenliederen, haar eerste dichtbundel (Anna Enquist: Biografie | KB, de Nationale Bibliotheek, z.d.).
In 1999 wordt haar verhalenbundel
De Kwetsuur uitgebracht, een bundel van verhalen die eerder los in het voetbaltijdschrift Hard Gras zijn gepubliceerd (Anna Enquist, z.d.). Daer een seigneur zijn handen wast, De Kwetsuur en Een Haven zijn drie van de verhalen uit deze bundel. In
Daer een seigneur zijn handen wast
schrijft Helena Lievaert een brief aan de heer Kallander, hoofdconservator van het Gouden Eeuw Kabinet, met daarin haar belevingen in Delft: haar optreden op het architectuurcongres en het zien van een onbekend schilderij van Vermeer wanneer ze de nacht doorbrengt bij een gast van het congres.
De kwetsuur gaat over het genezingsproces van het been van Willem dat hij tijdens een voetbalwedstijd heeft gebroken. In
Een haven praat Roemer te Velde met zijn therapeute over de traumatische ervaring die hij heeft meegemaakt: wat een rustige middag zeilen zou worden, eindigde in een ramp, als na een schipbreuk de opleider van Roemer, orthopedisch chirurg Dick Buikhuis, overlijdt aan een hartaanval. Op verschillende lagen is in deze drie verhalen van Anna Enquist een kwetsuur te zien.
Allereerst hebben de karakters in de verhalen op verschillende manieren een kwetsuur. In Daer een seigneur zijn handen wast is de hoofdpersoon, Helena Lievaert, vroeger buitengesloten en gekwetst. Ze stond er altijd alleen voor en werd nauwelijks toegelaten in haar omgeving. In het volgende citaat is dit goed te zien:
Op school stond ik alleen. De onderwijzer nam mijn werkstukjes met een zekere
achting ter hand; de leerlingen rammelden achter mijn rug met
hun muntgeld opdat ik ziet zou vergeten dat mijn vader, terwijl wij in de klas zaten,
zijn melkkar langs hun huizen duwde, […]. Ik wist niet hoe ik mij moest gedragen
dus ik gedroeg mij niet. Ik kwam er niet achter waar ik bij hoorde dus ik hoorde
nergens bij. De eerste zeventien jaar van mijn leven had ik maar één gedachte:
weg! (Enquist, 1999, p. 79)
Op een heel andere manier is er in
De kwetsuur
in de personages ook een kwetsuur te zien. Naast dat Willem echt gewond is door de breuk in zijn been, is zijn moeder door dit ongeluk ook gewond geraakt. Ze lijkt het maar niet los te kunnen laten dat haar zoon een ongeluk heeft gehad en komt er continu op terug. In het verhaal is ze in gesprek met een vriendin en die vertelt haar het volgende: ‘ “Je moet je eigen preoccupaties niet aan hem opdringen,” zegt mijn vriendin. “Vindt hij die stalen bouten eng of jij? Hij is achttien, hij moet zelf beslissen. Maar dan moet hij er wel over kunnen praten, met jou.”’ (Enquist, 1999, p. 134). Ook in het verhaal
Een haven zijn er twee kwetsuren te zien. Het plotselinge overlijden van de chirurg Dick Buikhuis is natuurlijk sowieso een kwetsuur, maar dit overlijden heeft ook arts-assistent Roemer Te Velde aangetast. In het verhaal is hij namelijk in therapie om deze traumatische gebeurtenis te verwerken.
Daarnaast is ook in het gebruik van ruimte goed te zien dat er in de verhalen sprake is van kwetsuren. In het verhaal
Daer een seigneur zijn handen wast is dit gedaan door gebruik te maken van de stad Delft. Dit is de plaats waar Helena is opgegroeid, maar dus ook waar ze gekwetst is. Door het gebruik van deze stad wordt er een soort onzekerheid en onveilig gevoel gesuggereerd waar ook Helena last van heeft:
Waar was ik bang voor? Dat de Delftenaren als een grijze muur om me heen zouden staan, dat mijn woorden op hun gladde koppen zouden afketsen, dat ze zich honend van mij af zouden keren, rinkelend met het zilver in hun broekzakken? Ik ben zo ongelukkig geweest in die stad, zo misplaatst, zo wanhopig. (Enquist, 1999, p. 20)
In De kwetsuur wordt er door gebruik te maken van de ruimte op een andere manier verwijst naar kwetsuren. Een deel van het verhaal speelt zich namelijk af in het ziekenhuis, dit geeft een heel duidelijk gevoel van kwetsuren:
In het smalle gangetje staat een rij stoelen waar mensen op zitten. Sommigen hebben een ingegipst been voor zich uitgestrekt, anderen torsen hun gepantserde elleboog op een draagspalk. Aan het eind van de gang zijn vier deuren waar van tijd tot tijd artsen uitkomen die de wachtende patiënten naar binnen noden. (Enquist, 1999, p. 126)
Door het gebruik van de ruimte van een therapeute wordt ook in Een haven het gevoel van kwetsuren versterkt. Daarnaast is ook het schip, waarop het ongeluk is gebeurd, een benauwende ruimte. De personages zitten vast op het schip en kunnen letterlijk geen kant op, maar ook in hun gedachten zijn ze de weg kwijt:
Het kompas had ik kapotgetrapt tijdens de reanimatie. We wisten niet waar we waren. Jelle had oorspronkelijk het plan terug te varen naar Lelystad, maar liet zich liever leiden door de wind. Westenwind was het geweest, en misschien nog. Je zag geen bal, we zwalkten maar wat. Ik was bang dat het donker zou worden. Niemand zei iets, dat maakte het nog enger. En dat ik eigenlijk geen van die mensen echt kende. Ik wist niet wat ze dachten, ik wist helemaal niets en daar kan ik slecht tegen. Wit. Overal wolken. Ik raakte steeds meer los van alles. (Enquist, 1999, p. 225)
Ook dit duidt op een kwetsuur: een kwetsuur die misschien niet fysiek, maar mentaal is.
Als laatste worden de kwetsuren goed zichtbaar gemaakt door het gebruik van de tijd. Terwijl Helena in
Daer een seigneur zijn handen wast in het heden de brief aan meneer Kallander schrijft, komen de gebeurtenissen en herinneringen van vroeger steeds terug naar boven. Alles wat Helena in het verleden heeft meegemaakt is in de verleden tijd geschreven. Dit is natuurlijk logisch, aangezien het ook daadwerkelijk het verleden is, maar het geeft ook een gevoel van een scheiding tussen haar leven van nu en vroeger. Daarnaast geeft het ook het idee dat ze haar verleden niet goed heeft kunnen verwerken en haar herinneringen nog gevangen zitten in haar hoofd. In
Een haven wordt er op een vergelijkbare manier gebruik gemaakt van de tijd. Het heden is de therapiesessie waarin Roemer zijn verhaal laat horen over wat er gebeurd is op de boot. De traumatische gebeurtenissen op de boot zijn dan juist weer in het verleden geschreven en worden onderbroken door zinnen uit de therapiesessie: ‘ “Ik pakte de verrekijker en probeerde ze in ’t vizier te krijgen, om iets te doen te hebben, om iets voor mijn ogen te houden.” Ze knikt. Ze gaat verzitten. “Ik zag een breedgeschouderde jongen die zijn arm om een graatmager blond meisje had geslagen.”’(Enquist, 1999, pp. 217-218). Naast dat het logisch om het verleden ook in de verleden tijd te schrijven, geeft dit ook het gevoel alsof zijn herinneringen vastzitten in zijn gedachten en hoofd. Bij zowel Helena als Roemer wordt het gevoel van een kwetsuur dus versterkt door het gebruik van de tijd.
Het is dus erg duidelijk dat er in alle drie de verhalen op verschillende lagen sprake is van een kwetsuur. Dit is te zien in het feit dat de karakters allemaal fysiek of mentaal gewond zijn. Ook wordt het duidelijk gemaakt door het gebruik van ruimtes die een kwetsuur oproepen. Daarnaast versterkt ook het gebruik van de verleden tijd bij de slechte herinneringen het gevoel van een kwetsuur. De kwetsuur is dus heel duidelijk in meerdere lagen te zien.
Bibliografie
Enquist, A. (1999). De Kwetsuur
DBNL. (1980). Anna Enquist, Kritisch lexicon van de moderne Nederlandstalige literatuur, Sander Bax, Hugo Brems, Tom van Deel, Ad Zuiderent - DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/zuid004krit01_01/kll00172.php
Anna Enquist: biografie | KB, de nationale bibliotheek. (z.d.). KBPro Website. https://collecties.kb.nl/nederlandse-poezie/moderne-nederlandse-dichters/anna-enquist/anna-enquist-biografie
Anna Enquist. (z.d.). https://www.kunstbus.nl/literair/Anna+Enquist.html#:~:text=Soldatenliederen%20beleefde%20inmiddels%20al%20meer%20dan%20tien,%2D%20Verhalen%20en%20gedichten%20over%20de%20liefde.