'De dag wordt een uitgestrekt heelal'
Bespreking van 'Een vorm van vasthouden van' van Shari van Goethem

Als je iedere dag via alle media geconfronteerd wordt met de dood van onschuldige kinderen, besef je des te meer hoe kwetsbaar én kostbaar een mensenleven is. Shari van Goethem heeft in Een vorm van vasthouden van een dagboek in poëzie bijgehouden van het eerste levensjaar van haar derde kind. Het liefst van alles wil de moeder het kind vasthouden. Toch ontglipt het haar al vanaf de geboorte. Misschien is nergens de verandering van een lichaam zo zichtbaar als in dat eerste levensjaar. Ieder moment doet ertoe, hoe onbeduidend het ook lijkt. Juist daarom kun je dit dagboek zien als een oefening in aandacht.
Het boek is fraai uitgegeven in een hardcover met prachtige illustraties van Jurgen Walschot. In veertien afdelingen glijd je door de tijd. Hoewel de titel suggereert dat er een vorm van vasthouden bestaat, wordt al snel duidelijk dat er heel veel vormen van vasthouden zijn, letterlijk en figuurlijk. Eerst is het kind in de buik van de moeder, wordt daar vastgehouden in het water. Zelfs als het kind geboren is, kan de moeder het kind nog in zich voelen. Het moederlijf voelt als een landschap vol herinneringen:
onder mijn huid waait een stevig kind
onstuimig wrijft ze zich tegen me aan
ze vertrouwt erop dat ik de dragende
aarde voor haar ben
ze doet de zee in me hoog golven
straks zal ze stormen, breken
de baren
we zullen niet begrijpen wat ons overkomt
dat een vrouw een schelp is die zich opent
donkere aarde die in één dag klare hemel wordt
weer stuift in mijn buik
de liefde heftig op
bijna is het tijd
Naast het gedicht prijkt een prachtige schelp waarin het kind als in een baarmoeder in alle rust ligt opgekruld. Op de volgende bladzijde gaat het lichaam van de moeder, waarop het pas geboren kindje ligt, geleidelijk over in een zeelandschap. Ook in taal lopen lijf en lichaam voortdurend in elkaar over: ‘mijn verenkleed is de glooiende tuin / waar jouw wilde natuur verzacht.’
De eerste dagen zijn voor moeder en kind intensief door alle nieuwe indrukken en gebroken nachten. Moeder en kind lopen ook in elkaar over: ‘in mijn dochter overnachten / de ochtend speelt / zich buiten af’. Op een afbeelding zie je een kind in een baarmoeder met op haar schoot een moeder met kind op schoot, alsof er een oneindig moederschap is, wat je ook in de keten van generaties kunt zien.
Prachtig beschrijft Van Goethem hoe de zintuigen van moeder en kind voortdurend geprikkeld worden. Het duurt even voor het kind kan zien. De dichter koppelt het aan de schepping: God steekt een mistige zon aan in de ogen van het kind. Dag en nacht, licht en donker vloeien in elkaar over, omdat het normale ritme meestal totaal op de kop staat: ‘de dag wordt een uitgestrekt heelal’ en tussen de uren is ‘de lome duisternis’.
Er is genoeg om bij stil te staan: moeder en kind tasten elkaars lichaam af, vertrouwd en vreemd tegelijk. Alles moet gezien, geroken, gehoord en gevoeld worden: ‘je wangen golven / je lippen spoelen aan / ik trek je lach bij me naar binnen.’ Na verloop van tijd gaat het kind voor het eerst lachen en de eerste klanken uitbrengen: ‘je onderlip / een wieg / voor klanken.’
Elk eerste levensjaar zal anders zijn, maar Van Goethem weet in haar dagboek een universele snaar te raken, die niet alleen voor moeders mooi is. We zijn immers allemaal kind geweest en misschien reiken onze herinneringen niet zo ver tot aan dat allereerste begin, we weten allemaal dat we die eerste stappen hebben gezet, al dan niet in de nabijheid van de moeder. Bovendien laat de bundel zien hoe je uren kunt dobberen in een ogenblik. Het dagboek is daarom niet alleen een mooi kraamcadeau, maar ook een uitnodiging om wat langer in een moment te blijven.
Dietske Geerlings
Shari van Goethem– Een vorm van vasthouden van. Vrijdag, Antwerpen. 112 blz. €21,99.