Blogopmaak

Hartverwarmend verhaal rond een wit dwergkonijn


Bespreking van 'Misjka' van Edward van de Vendel en Anoush Elman, met tekeningen van Annet Schaap

Mij kun je in bijna alle bezigheden storen om voor een uurtje weer helemaal kind te zijn en weg te duiken in het aandoenlijk overrompelende verhaal Misjka van Edward van de Vendel en Anoush Elman, met prachtige tekeningen van Annet Schaap.

 

Roya is de kleinste vertelster, een vluchtelingenmeisje uit Afghanistan, dat samen met haar ouders en drie grote broers sinds kort een verblijfsvergunning heeft: eindelijk een eigen huis! Toch ontbreekt er nog wat. Tijdens het eten wacht ze tot het even stil is en zegt dan: ‘Bij een huis hoort een huisdier. Dat vind ik.’ Haar broers Bashir, Hamayun en Navid zijn het ermee eens. Die willen wel een slang, een egeltje en een komodovaraan, maar omdat Roya op het idee is gekomen, mag zij kiezen. Ze kiest iets kleins, wits, om te aaien: een konijn.

 

IJzersterk is de tekening van de personages. De vertelster weet haarscherp de verschillende karakters van haar broers neer te zetten op het moment dat ze de dierenwinkel betreden: Bashir roept net iets te hard, Navid tikt – duidelijk tegen de wil van het winkelmeisje in – tegen het glas van de vissen, maar Hamayun heeft een zachte stem en weet altijd tot een vreedzame oplossing te komen. Zijn vader zegt over hem: ‘Laat Hamayun onze mond maar zijn.’ Uiteindelijk wordt een piepklein wit dwergkonijn gekozen. Het is liefde op het eerste gezicht. Niet alleen voor Roya, maar voor de hele familie. Hartverwarmend wordt beschreven hoe dol ze allemaal op het konijn zijn en het beestje feilloos aanvoelen: ‘Want Misjka wilde liever niet opgetild worden. Hij vond het fijn als hij vrij rond mocht hippen en als wij dan bij hem kwamen liggen. En dus lagen we opeens heel vaak op de grond, als platte bedienden in stervorm om koning Misjka heen. Maar ook als de rest tv-keek of over moeilijke dingen zat te praten, vond je altijd wel iemand languit op de vloer. Meestal Hamayun. Bijna altijd ikzelf.’

 

De geschiedenis van de vlucht blijft heel lang op de achtergrond, waardoor je nauwelijks doorhebt dat het hier om een vluchtelingengezin gaat. Tussen de regels door krijg je wel wat informatie. Je leest dat Roya’s moeder vaak hoofdpijn heeft en verdriet heeft van de herinneringen. Dat is volgens Roya de reden dat Misjka vaak op haar moeders buik ligt en dan plast, als blijk van dat ze zich daar helemaal thuis voelt. Het komt ook doordat Roya nog maar drie was tijdens de vlucht, dat ze zich niet veel meer herinnert, en zij is immers de vertelster. De auteurs hebben daar een mooie oplossing voor bedacht. Heel speels komen de broers steeds met stukjes herinneringen, omdat Roya hun vragen stelt. Zij vertellen dat hun kleine zusje altijd een tas wilde dragen die bijna net zo groot was als zijzelf en dat ze Roya vaak op hun rug hebben genomen als ze moe was. Beetje bij beetje krijg je mee onder welke verschrikkelijke omstandigheden ze gevlucht zijn, maar je hoort ook dat er fijne momenten waren, met mooie verhalen en muziek.

 

Op de dag dat Roya haar spreekbeurt over het konijn gaat houden, waarvan een van de klasgenoten vindt dat dat wel een erg Nederlands onderwerp is voor een vluchtelingenmeisje, gebeurt er iets verschrikkelijks: Misjka ontsnapt! Heel knap is het hoe de auteurs voor elkaar krijgen dat je als lezer zo in de huid van Roya bent gekropen dat je net zo verbaasd bent als zij op het moment dat een oudere dame tijdens hun zoektocht bruut de deur voor hun neus dichtslaat. Waarom zou ze dat doen bij zo’n lief kind, vraag je je af. De oudere broers weten het meteen: ze zijn buitenlanders en de vrouw is bang! In plaats van woede of verontwaardiging lees je hoe Hamayun op een slimme, zachtaardige manier toch voor elkaar krijgt om de vrouw zo ver te krijgen voor hen open te doen.

 

De vlucht van het gezin wordt op ontroerende wijze gespiegeld in de ontsnapping van Misjka. Het verhaal laat zien hoe hecht een familieband kan zijn, misschien juist door de vlucht, waarin ze volkomen op elkaar aangewezen waren. Maar ook laat het verhaal zien dat mensen in wezen niet veel van elkaar verschillen, dat ze allemaal liefde en toewijding kunnen voelen voor een kwetsbaar dier en voor elkaar, dat ze empathisch zijn, en – als het erop aankomt – elkaar door dik en dun willen steunen.

 

 

Edward van de Vendel en Anoush Elman met tekeningen van Annet Schaap – Misjka. Queriodo, Amsterdam. 156 blz. €17,99.

 


Share by: