Blogopmaak

‘Maar wat ik wel geloof, dat is dat de moraal niets anders is dan een werk-hypotese van tijdelijke duur en


 dat na de dood van de mens, elke moraal voorbij is’.


Bespreking van 'De donkere kamer van Damokles' en 'Het behouden' huis door Özge Koc (leerling uit vwo 5 van Eligant Lyceum in Zutphen)

Willem Frederik Hermans maakte deel uit van de Grote Drie. Dat zijn de drie grootste schrijvers van de naoorlogse literatuur: Gerard Reve, Willem Frederik Hermans en Harry Mulisch. Hij werd geboren in Amsterdam op 1 september 1921 en overleed in Utrecht op 27 april 1995 (Literatuurgeschiedenis, z.d.). Samen met Reve, Mulisch en vele andere jonge romanschrijvers leverde hij kritiek op de eerdere generatie door middel van literatuur.  Terwijl de oudere generatie juist na de oorlog optimisme en wederopbouw wilde zien in de werken van de romanschrijvers van de nieuwe generatie, schreven schrijvers zoals Hermans juist over het tegenovergestelde: onzekerheid, pessimisme en illusieloze personages (De Roman Na de Tweede Wereldoorlog, z.d.).  Voorbeelden hiervan zijn de boeken De donkere kamer van Damokles en Het behouden huis van Hermans. In het eerstgenoemde werk volgen we de hoofdpersoon Henri Osewoudt in de tijd van de Tweede Wereldoorlog. Hij wordt beschreven als een korte man die op een jongen van zeventien lijkt. Hij heeft namelijk een meisjesachtig gezicht en kan geen baard kan groeien. Een man genaamd Dorbeck, die als twee druppels water op Osewoudt lijkt, geeft hem steeds de opdracht om mensen te liquideren voor het verzet. Dan verdwijnt hij meteen elke keer en is het niet zeker wanneer Osewoudt hem weer gaat tegenkomen. Na de bevrijding wordt Osewoudt opgepakt door de Nederlandse politie, omdat hij wordt verdacht van het samenwerken met de Duitsers en probeert zijn onschuld te bewijzen. Het behouden huis gaat over een deserteur en hij besluit te wonen in een luxe verlaten huis in een klein dorpje. Een Duitse kolonel wil het huis confisqueren en de hoofdpersoon doet zich voor als de eigenaar. Ondertussen komt de hoofdpersoon de echte eigenaar tegen en vermoordt hem in de tuin. Later wurgt hij de vrouw van de eigenaar. De Russen nemen het dorpje weer over van de Duitsers en hangen de lijken van de eigenaar en zijn vrouw op. De hoofdpersoon neemt wat spullen mee en gooit vervolgens een granaat in het huis. Deze twee werken van Hermans maken een ontzettende indruk op de lezer. Hieruit volgt de onderzoeksvraag: “In hoeverre komen De donkere kamer van Damokles en Het behouden huis met elkaar overeen?”


Allereerst maakt Hermans in beide verhalen gebruik van de drieluikscompositie. Een drieluik is een compositievorm waarin het verhaal eigenlijk opgedeeld is in drie verschillende fasen. Hier geldt dat de beginsituatie vooral negatief is. In de middensituatie ontwikkelt het verhaal zich met de indruk dat het goed gaat komen. De hoofdpersoon maakt er het beste van, er is meer hoop en het lijkt allemaal goed te komen. In de eindsituatie blijkt niet alles echt te zijn. Alles gaat flink bergafwaarts en de hoofdpersoon komt ongelukkig aan zijn einde (Literatuurgeschiedenis: na de Tweede wereldoorlog (z.d.). In De donkere kamer van Damokles is de beginsituatie wanneer Osewoudt de sigarenwinkel van zijn vader overneemt, die door zijn moeder is vermoord. Hij is dan getrouwd met zijn volle nicht wie hij als ontzettend lelijk beschrijft. Er is erg veel onzekerheid over de oorlog, want de Duitsers hebben het land bezet en de hele sfeer in het boek is pessimistisch en negatief. Dan volgt de middensituatie: Osewoudt voert de opdrachten van Dorbeck uit. De bevrijding is dichtbij. Hij wordt verliefd op Marianne Sondaar en er lijkt toch nog hoop te zijn ondanks de oorlog. In de eindsituatie wordt Osewoudt na de bevrijding opgepakt door de Nederlandse politie. Hij wordt verhoord en Osewoudt beseft dat hij in vele situaties is verward met Dorbeck. Marianne is verdwenen, hij heeft zijn vrouw vermoord en alle mensen met wie hij heeft samengewerkt zijn dood of verdwenen. Als dan blijkt dat Dorbeck verdwenen is en niemand ooit iets van hem gehoord heeft, begint de lezer te twijfelen. Misschien is Dorbeck helemaal niet echt en misschien is hij wel een alter ego bedacht door Osewoudt in een illusieloze wereld van ellende. Uiteindelijk gaat Osewoudt dood door neergeschoten te worden. De beginsituatie van Het behouden huis begint met de hoofdpersoon die al vier jaar aan het oostfront vecht. In de loopgraven is er heel veel ellende en onzekerheid. De middensituatie speelt vanaf het vinden van het huis. De hoofdpersoon heeft een veilige plek om te verblijven. De Duitsers geloven dat hij de eigenaar is en hij kan eindelijk na jaren weer douchen en voor zichzelf zorgen. Het lijkt even alsof hij geen last meer heeft van de oorlog. De eindsituatie is helaas niet zo prettig: de hoofdpersoon vermoordt de echte eigenaar en zijn vrouw. De Russen nemen daarna het dorpje weer over en er is weer overal geweld. Het huis wordt gebombardeerd en wat eerst een veilige plek was, is nu compleet verdwenen.


Daarnaast bevatten allebei de werken cynische en ontluisterende hoofdpersonen. Deze personages hebben een pessimistische blik op het leven. Zij zien het leven niet meer zitten en zien een illusieloze toekomst. Er is geen geloof of liefde, maar juist heel veel onzekerheid. De personages hebben geen interesse in de politiek, cultuur of zelfontwikkeling (De Roman Na de Tweede Wereldoorlog, z.d.). Zo heeft Osewoudt in De donkere kamer van Damokles het over dat zijn oom altijd wilde dat hij ging studeren, maar hij heeft dat zelf nooit belangrijk genoeg gevonden. Als Osewoudt in Amsterdam in de universiteitsbibliotheek terechtkomt, kijkt hij naar alle studerende mensen. Hij reflecteert dan op zichzelf, daaruit blijkt ook dat hij educatie niet belangrijk vindt:‘Spijt? Hij was aan het eind van de zaal gekomen en zijn ogen gleden over de ruggen van de lezers. Waarom zou ik ook zo hebben moeten worden? dacht hij. Mogelijk was ik te dom geweest om te studeren of in elk geval niet knap genoeg om erin uit te blinken.’ (p. 89) Verder is Osewoudt ook ontzettend onzeker over zichzelf. Hij is onzeker over zijn uiterlijk en ook over zijn mannelijkheid. Hij ziet Dorbeck als een held en omdat hij zo erg op hem lijkt ziet hij zichzelf als de mislukte versie van Dorbeck. Daarom is Osewoudt ook niet zeker of Marianne echt van hem houdt. Hij is bang dat zij Dorbeck boven hem zal kiezen. Zijn vrouw, Ria, vergeleek hem met een mislukte pudding. ‘— Allicht. Jij lijkt op hem zoals een mislukte pudding lijkt op een... weet ik veel... op een pudding die wel gelukt is.’ (p. 17) Rond het einde van het verhaal praat Osewoudt met een jonge SS’er. Hij heeft een nihilistische blik op het leven. Hij noemt zichzelf een intellectueel en vindt zichzelf anders dan andere SS’ers. Hij gelooft niet in de ideeën van de SS en zegt dan het volgende: ‘Maar wat ik wel geloof, dat is dat de moraal niets anders is dan een werk-hypotese van tijdelijke duur en dat na de dood van de mens, elke moraal voorbij is.’ (p. 254). De hoofdpersoon van Het behouden huis is ook erg cynisch. Hij heeft geen moraal meer, hij vermoordt de eigenaar en zijn vrouw en hij deserteert. Hij komt de Duitse kolonel een keer tegen en de kolonel vertelt over wat hij onder cultuur verstaat. Hij neemt als voorbeeld dat hij zich altijd om half zeven heeft geschoren ondanks in de loopgraven gezeten te hebben. Terwijl de kolonel daar gepassioneerd over vertelt, heeft de hoofdpersoon daar al helemaal geen zin in. Hij wil juist alleen zijn en niet gestoord worden. Hij geeft niks om cultuur en andere mensen. Dat is goed te zien in het volgende citaat: ‘Het kon mij niet schelen wat hij onder cultuur verstond. Het kon mij niet schelen wat hij over welk onderwerp ook dacht. Ik nam mij voor hem te vermijden, iedereen te vermijden. Waartoe zou gepraat dienen? Ik had al zó lang niet gepraat; nu ik er de gelegenheid voor kreeg, zou het mij alleen maar ongeluk kunnen brengen.’ (p. 17)


Verder zijn er verschillende vormen van symboliek in beide werken te vinden. Denk bijvoorbeeld aan een kamer; dat staat vaak voor isolatie en eenzaamheid. In De donkere kamer van Damokles voelt Osewoudt zich alleen en opgesloten. Hij staat er alleen voor als de mensen om hem heen verdwijnen. Het geïsoleerde en eenzame gevoel is vaak terug te zien in het verhaal. Bijvoorbeeld wanneer hij zijn onschuld moet bewijzen en als zijn enige bewijs spoorloos blijkt te zijn, moet hij het alleen oplossen. Hij zoekt wanhopig naar die ene foto van hem en Dorbeck samen, maar tevergeefs. Het lijkt alsof hij de enige is die van zijn onschuld weet en zijn onschuld kan bewijzen. Er kan ook gezegd worden dat Osewoudt opgesloten is in zijn eigen hoofd, met niets meer dan zijn eigen gedachten. Verder staat de liefde ook symbool in het verhaal. Osewoudt houdt niet van zijn vrouw en wordt verliefd op Marianne. Hij klampt zich vast aan het idee van liefde en aan het eind verdwijnt Marianne samen met de enige hoop dat hij nog over had. Het behouden huis bevat ook symboliek van een kamer of huis. Het luxe huis staat voor een veilige plek om afgesloten en geïsoleerd te zijn. Terwijl het geweld buiten te horen is, is de hoofdpersoon veilig binnen in zijn eigen wereld. Hij vergelijkt zichzelf daarom ook met Robinson Crusoe en zegt geen contact met de buitenwereld te hebben. In tegenstelling tot Osewoudt wil de hoofdpersoon juist wel alleen en afgesloten zijn. Daarnaast is ook de oude man die in het afgesloten kamertje zit, geïsoleerd. Hij heeft niet echt door wat er allemaal gaande is buiten het huis en is dan ook voor de Duitsers. Als de hoofdpersoon hem vertelt dat de Russen zijn binnengevallen en vervolgens nog een briefje voor hem achterlaat, wordt de oude man toch opgehangen, omdat hij openlijk voor de Duitsers is. 

Tot slot mag het duidelijk zijn dat De donkere kamer van Damokles en Het behouden huis van Willem Frederik Hermans nauw met elkaar overeenkomen. Zo is er in beide werken dezelfde compositievorm. In beide verhalen zijn de personages cynisch en illusieloos. Er wordt ook vaak gebruik gemaakt van symboliek in beide werken van Hermans. Hiermee kan er geconcludeerd worden dat De donkere kamer van Damokles en Het behouden huis erg met elkaar overeenkomen. 



Bronvermelding:

Hermans, W. F. (1958). De donkere kamer van Damokles.

Hermans, W.F. (1952). Het behouden huis.

Willem Frederik Hermans. (z.d.). Literatuurgeschiedenis. https://www.literatuurgeschiedenis.org/schrijvers/willem-frederik-hermans


De roman na de Tweede Wereldoorlog. (z.d.). Literatuurgeschiedenis. https://www.literatuurgeschiedenis.org/20e-eeuw/de-roman-na-de-tweede-wereldoorlog

Literatuurgeschiedenis: na de Tweede wereldoorlog (z.d.). Lezen voor de lijst. https://www.lezenvoordelijst.nl/media/2511526/literatuurgeschiedenis.pdf

Share by: