Blogopmaak

De avonden: een controversieel maar evenwel typerend werk uit de



 naoorlogse periode


Bespreking van 'De avonden' van Gerard Reve door Floor Velzel (leerling vwo 5 van het Eligant Lyceum in Zutphen)

De avonden. Een winterverhaal of kort: De avonden is het werk dat vermaarde schrijver Gerard Reve onder pseudoniem Simon van het Reve in 1947 als zijn debuut uitbracht. Het precieze tijdsverloop is in het boek niet duidelijk voor de lezer, maar het speelt zich af in tien dagen rond de periode van kerst en oudejaarsavond. Het boek vertelt het verhaal van hoofdpersoon Frits van Egters en er worden tien dagen, waarvan voornamelijk de avonden van desbetreffende dagen, beschreven. Frits van Egters leidt een doorsnee en kleurloos leven: hij is drieëntwintig jaar, woont bij zijn ouders, heeft een eentonige kantoorbaan en hij spreekt met zijn vrienden af gedurende enkele avonden. Je leest in het boek hoe Frits zijn tijd probeert te benutten en je ziet ook veel ergernissen van Frits: hij ergert zich onder andere aan zijn ouders en zijn kantoorbaan. Op het eind van het boek bidt Frits van Egters voor zijn ouders en krijgt hij het besef dat hij leeft.


Toen het boek werd uitgebracht, volgde er een stormvloed van kritiek. Het boek was metaforisch gezien een spiegel waar men niet in durfde te kijken: het werk was volgens critici te negatief en gaf een gezinssituatie weer die niet passend was bij de ideale gezinssituatie uit de jaren veertig. Naast alle bezwaren op het werk wordt De avonden als een revolutionair werk gezien en als een aangrijpende beschrijving van de grauwheid die in Nederland in de naoorlogse periode heerste. Het boek is onbetwistbaar een werk dat veel mensen anders heeft laten denken, maar is dit boek wel typerend voor de periode waarin het geschreven is? Hierna luidt mijn onderzoeksvraag: in hoeverre is De avonden een typisch werk uit de naoorlogse literatuur?


Allereerst is De avonden een werk waarin existentialisme en vervreemding centraal staan. Na de oorlog heerste er in Europa een collectief gevoel van angst, onzekerheid en vervreemding. Het existentialisme in de literatuur kenmerkt zich door de tastbaarheid en droefgeestigheid van de mens te beschouwen: de mens leeft een eenzaam bestaan en met diens medemens leeft hij in conflict. Hoofdpersonen zijn vaak “anti-helden” met een allesbehalve idealistische blik op het leven. Dit stereotype komt sterk tot uiting in de hoofdpersoon van De avonden: Frits van Egters is een hoofdzakelijk observerende persoon bij wie elke vorm van intellectualisme of streven naar volmaaktheid ontbreekt (DBNL, 1984): hij heeft zijn gymnasium niet afgemaakt en is vervolgens stukgelopen. Verder toont hij geen enkele interesse in zijn medemens en doet hij met enige frequentie ongevoelige uitspraak tegen diens metgezel. Zo heeft Frits in een conversatie met zijn tante Stien kanker benoemd als “een hele mooie ziekte”(p. 41). Daarnaast vinden in De avonden regelmatig conflicten tussen personages plaats. Frits kan het slecht vinden met zijn ouders en ook maakt hij vaak opmerkingen over de beginnende kaalhoofdigheid van zijn broer Joop. Een voorbeeld van een onenigheid tussen Frits en zijn ouders is een ruzie die hij met zijn vader had over de slechte hygiëne van zijn vader. Dit zegt Frits tegen een vriend van hem over het desbetreffende conflict: “Ieder schept met dat lepeltje uit de pot. Wat doet mijn vader? Hij schept de suiker er met zijn eigen dessertlepel uit. Die is dan nog ongebruikt en schoon, toegegeven, maar ik word dol, als ik het zie, ik word gek! Ik wil hup boem, tegen het plafond. Heer lieve Heiland, begrijp jij het? Of niet?” (p. 72). Naast conflicten tussen Frits en zijn gezinsleden vinden er ook onderling conflicten plaats tussen gezinsleden. Een voorbeeld hiervan is het de ruzie tussen zijn ouders na het ontbijt op tweede kerstdag: de moeder van Frits heeft met hem een discussie over de locatie van haar sleutels en zijn vader vindt dat ze te luidruchtig zijn en brult: “Dat gegrauw en gesnauw, waarvoor is dat in godsnaam nodig?” (p. 6). Vervolgens verlieten de ouders van Frits het huis los van elkaar en laten ze een grimmige stemming achter. Kortom, in De avonden zijn existentialistische kenmerken te herkennen zoals conflict tussen mens en medemens en sadistische hoofdpersonen.


Daarnaast spelen ook de sociale veranderingen in Nederland een rol in De avonden. Nederland onderging na de oorlog grote sociale veranderingen, een significante verandering is bijvoorbeeld urbanisatie. Er vond een versnelde urbanisatie plaats na de oorlog, wat leidde tot een groot woningtekort binnen de steden (Gelderland, g.d.). Deze urbanisatie wordt in De avonden afgebeeld door Frits van Egters aangezien hij met zijn vrienden in Amsterdam leeft en de drukke stad op zijn hoogtepunt meemaken. Ook is Frits van Egters drieëntwintig en woont hij nog thuis, omdat een huis vinden in Amsterdam wordt gehinderd door de urbanisatie. Ook is zijn modernisering en industrialisatie grote veranderingen die in de naoorlogse periode in Nederland zichtbaar werd. Verschillende sectoren werden gemoderniseerd en geïndustrialiseerd: dit omvatte onder andere de landbouw en de industrie (Bruhèze e.a., 2003). Deze modernisering en industrialisatie wordt in De avonden weerspiegeld door de aanwezigheid van moderne huishoudelijke apparaten in het huis van Frits van Egters, zoals de radio en elektrische kachel, die symbool staan voor vernieuwing en moderniteit. Al met al zijn sociale veranderingen als urbanisatie en modernisatie die in Nederland plaatsvinden na de Tweede Wereldoorlog terug te zien in De avonden.


Een laatste maar zeker niet minder herkenbaar aspect van de naoorlogse literatuur uit De avonden is een zoektocht naar zingeving en betekenis van het leven. Dit speelt tegen de achtergrond van het feit van het afnemend belang van religie, waar mensen voorheen hun zingeving aan ontleenden. In de tijd van de heropbouw en onzekerheid gingen mensen zoeken naar betekenis en een doel in hun leven. Zo worden er enkele metaforische motieven gebruikt in het boek die Frits zijn zoektocht naar zingeving laten zien: hij bekijkt zich vaak in de spiegel, wanneer hij oog in oog staat met zijn eigen sterfelijkheid en verval. Ook heeft Frits vaak dromen over donkere dingen als zwanen die hem doden of over verkeersongelukken. Deze dromen geven de duistere interne gevoelens van Frits weer en deze gelden als aanleiding van zijn zoektocht naar een doel in het leven. Ook heeft Frits gedurende het boek enkele existentiële uitspraken die zijn gedachteproces en zijn zoektocht illustreren. Het volgende citaat komt uit een doorsnee gesprek van Frits met zijn ouders: “Men kan weg moeten, zonder dat men ergens heen moet. Dat zijn de gevallen, dat men ergens vandaan moet.”(p. 123). Uitspraken als deze geven weer dat Frits veel meer nadenkt dan wat menigeen zal denken wanneer ze hem ontmoeten. Kort gezegd is het streven naar een doel in het leven iets wat Frits doet samen met vele anderen uit zijn tijd. Het is dus typerend voor de periode van de wederopbouw.


Concluderend, De avonden is een boek dat typisch in het rijtje past van werken uit de naoorlogse periode zoals De donkere kamer van Damokles en De tranen der acacia’s van Willem Frederik Hermans. Het boek bevat existentialistische elementen, referenties naar sociale verandering en een typische doelzoekende denkwijze die vele anderen in dit tijdperk hadden. De avonden heeft veel mensen uit haar tijdperk uitgedaagd om anders te denken en heeft daarnaast vele andere generaties geïnspireerd om hetzelfde te doen.

 

 

 

 

DBNL. (1989). Gerard Reve De avonden, Lexicon van literaire werken, Ton Anbeek, Jaap Goedegebuure en Bart Vervaeck - DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/anbe001lexi01_01/lvlw00513.php

 

Bert. (2020, January 24). Recensie van een cultklassieker: Gerard Reve – De avonden *****. Het Boekenpeleton. https://boekenpeleton.wordpress.com/2018/04/13/recensie-van-een-cultklassieker-gerard-reve-de-avonden/

Gevonden in Delpher - het Parool. (28 november 1947). https://www.delpher.nl/nl/kranten/view?query=Simon+van+het+Reve&coll=ddd&resultsidentifier=ABCDDD:010835265:mpeg21:a0187&page=1&identifier=ABCDDD:010835265:mpeg21:p007&cql%5B%5D=(date+_gte_+%2201-01-1946%22)&cql%5B%5D=(date+_lte_+%2201-01-1948%22)

 

DBNL. (1984). Existentialisme in de Nederlandse literatuur: een absurd probleem? Ton Anbeek, Literatuur. Jaargang 1 - DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/_lit003198401_01/_lit003198401_01_0002.php

Gelderland, E. (g.d.). Woningbouw en urbanisatie | Mijn Gelderland. https://mijngelderland.nl/inhoud/canons/lingewaard/woningbouw-en-urbanisatie

DBNL. (2003). 8 Techniek, industrialisatie en de betwiste modernisering van Nederland, Techniek in Nederland in de twintigste eeuw. Deel 7. Techniek en modernisering, balans van de twintigste eeuw, A.A.A. de la Bruhèze, H.W. Lintsen, Arie Rip, J.W. Schot - DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/lint011tech07_01/lint011tech07_01_0010.php


Share by: