Blogopmaak

Warenar, een typisch werk uit de Renaissance


Bespreking van 'Warenar' van P.C. Hooft door J. de J. (leerling uit de vierde klas van het Eligant Lyceum)

In de Renaissance zijn er veel toneelstukken geschreven door verschillende schrijvers. Deze werden dan later opgevoerd voor publiek en dienden als vermaak. Een voorbeeld van zo’n toneelstuk is het stuk ‘Warenar’ van P.C. Hooft (geschreven in 1616). Dit toneelstuk gaat over een nogal gekke man, die erg achterdochtig is. De andere personen in het verhaal vinden de man, genaamd Warenar, erg gierig. Voor de buitenwereld is hij erg arm, maar hij heeft stiekem een pot geld (die hij van zijn voorouders heeft geërfd) verstopt in zijn huis. Warenar wil dat zijn zwangere dochter (Claertje) een geschikte man vindt en, aangezien de rijke buurman, genaamd Rijckert, ook graag zo snel mogelijk wil trouwen, maken de twee mannen een overeenkomst. Lecker (regelt de kosten voor Rijkert) moet ervoor zorgen dat alles geregeld wordt voor de bruiloft en, terwijl hij hiermee bezig is, vindt hij de pot van Warenar. Hoewel hij weet dat de pot van Warenar is, wil hij het geld zelf houden en geeft hij het dus niet terug. Ondertussen komt Ritsart, het neefje van Rijkert, bij Warenar aan met groots nieuws. Hij wist dat hij de vader van het nog ongeboren kind van Claertje was en kon dit niet langer meer voor zich houden. Hij had met zijn oom overlegd en wilde nu graag met Claertje trouwen. Toen hij het hier met Warenar over had, begrepen ze elkaar alleen verkeerd en daardoor dacht Warenar dat Ritsart zijn pot had. Nadat ze dit hebben uitgezocht, kwam Ritsart erachter dat Lecker de pot had, waarna hij de pot weer teruggeeft aan Warenar. Ritsart trouwt uiteindelijk met Claertje en Warenar geeft hem de pot als een soort bruidsschat. Het kind wordt geboren en zo is uiteindelijk alles goed. Het toneelstuk ‘Warenar’ is een typisch voorbeeld van een werk uit de Renaissance.


Ten eerste is dit toneelstuk eigenlijk gebaseerd op het toneelstuk ‘Aulularia’ van Plautus. Dit is een werk uit de oudheid. Veel schrijvers uit de Renaissance vertaalden, maakten na of verbeterden werken uit de oudheid. Dit deden ze, omdat dat ze de literatuur uit die tijd erg bewonderden en de elementen daaruit weer graag terug wilden zien in de literatuur van hun eigen tijd. P.C. Hooft heeft dit ook gedaan met zijn toneelstuk ‘Warenar’.


Daarnaast dienden werken uit de Renaissance vaak om de lezer iets bij te leren. Zeker toneelstukken speelden hier een belangrijke rol in, aangezien deze voor een groter publiek werden opgevoerd. In ‘Warenar’ zitten ook wat belangrijke lessen, waarvan de lezer/kijker zeker wat kan leren. Het gaat namelijk over een man die erg gierig en achterdochtig is, maar uiteindelijk leert hij dat dat niet nodig is en dat hij blij moet zijn met wat hij heeft. Voor het publiek wordt er soms ook direct een boodschap meegegeven: “Hier kunnen alle gierige mensen nog wat van leren: het komt goed uit.” (5e bedrijf, 2e toneel)


Als laatste werd er in de Renaissance veel aandacht gegeven aan het taalgebruik. Dat moest mooi en verzorgd zijn. Er werd veel poëzie gebruikt en ook P.C. Hooft heeft dit in zijn toneelstuk ‘Warenar’ gedaan. Zo gebruikt hij bijvoorbeeld rijm en er zitten ook metrische structuren in: “Hij heeft me bont en blauw geslagen met een stok. / Het maakte niet dat ik riep: ‘Hou op, ik ben de kok.’ / Ik zeg je: als hij dronken was, dan heeft hij een kwaaie dronk.” Dit citaat laat zien dat P.C. Hooft rijm gebruikt in zijn werk en ook zit er een ritme in. De zinnen zijn iets anders dan wij zijn gewend: ze zijn mooier en het is duidelijk te zien dat de schrijver veel aandacht heeft besteed aan de structuur van de zinnen en het taalgebruik in het algemeen.


Al met al is het toneelstuk ‘Warenar’ van de schrijver P.C. Hooft overduidelijk een werk uit de Renaissance. P.C. Hooft heeft het toneelstuk ‘Aulularia’ van Plautus, een werk uit de oudheid, nagemaakt en veel schrijvers uit de Renaissance hebben dit ook gedaan met andere werken uit de oudheid. Daarnaast brengt het toneelstuk een belangrijke les over aan de lezen/kijker, is het taalgebruik erg goed verzorgd en zitten er poëtische elementen in. Dit zijn allemaal duidelijke kenmerken van literatuur uit de Renaissance, oftewel, het toneelstuk ‘Warenar’ is een prachtwerk dat precies past in de periode waarin het is geschreven.


Bronnen


P.C. Hooft, Warenar. 


Share by: