Lust tot poëzie, geschreven door de ‘prins der

dichters’


Bespreking van 'Lust tot poëzie' van Joost van den Vondel door Willemijn van Egdom (leerling vwo 4 Eligant Lyceum)

 


 

De poëzie van Joost van den Vondel is typisch voor de zeventiende eeuw. Hij was begonnen als een kousenverkoper maar uiteindelijk één van de bekendste dichters ooit. Hij groeide op in verschillende steden maar vond zijn plek uiteindelijk in het bruisende Amsterdam (Joost van Den Vondel, z.d.-g). Daar deed hij veel inspiratie op voor zijn dichten. Zijn werk verspreidde snel en hij werd steeds populairder. Zo schreef hij ook de dichtenbundel Lust tot poëzie. Dit werk is een verzameling van veel gedichten van hem, van hofdichten tot gelegenheidsdichten over de uitvaart van zijn dochter. Hij heeft een bewogen leven gehad en dat is zeker terug te zien in zijn werk. Vaak schrijft hij over rust vinden of gedichten over geliefden die hij is verloren om met zijn emoties om te gaan. In deze poëziebundel zijn er dus veel soorten gedichten, maar zijn stijl blijft hetzelfde. In zijn gedichten wordt er geschreven vanuit zintuigen, hij beschrijft wat je ruikt, ziet en hoort. Door zijn gedichten neemt hij je dus mee in zijn wereld. Daarom wordt hij de ‘prins der dichters’ genoemd. Maar is hij die titel wel waard? Wat maakt zijn werk zo bijzonder en mooi? Past zijn werk wel in zijn tijd of was hij toen uniek? Dit zijn wel veel vragen. Ga je die allemaal beantwoorden?

 

Ten eerste is dit werk erg van zijn tijd. Toen, in de zeventiende eeuw, waren gedichten populair. Ze werden voor veel dingen gebruikt, niet alleen om te lezen. Zo ook als een eerbetoon of voor een gelegenheid zoals een bruiloft of een begrafenis. Gedichten waren ook een manier om je macht en welvaart te laten zien aan de wereld. Vaak werden er dus opdrachten gegeven aan dichters om werken te maken, iets wat Van den Vondel ook deed. Hij scheef bijvoorbeeld 'Op de optocht van de schutterijen te Amsterdam', een werk dat werd voorgedragen op een saluut. Hij werd gevraagd door De Amsterdamse Schutterij (DBNL, 1989, p.106). Het is dan ook geen verrassing dat dit gedicht vooral gaat over het succes van de VOC in die tijd. Dat was een manier om te laten zien aan de burgemeester hoe belangrijk het werk was van de schutterij. Je ziet aan dit gedicht dat dit een gelegenheidsdicht is door bijvoorbeeld de laatste strofe:

 

en houdt uw wapens 'reed

ten dienst ter stede en 't algemeen:

zo sterkt gij uwen eed.

(DBNL, 1989, p.26)

 

Toen dit stukje werd voorgedragen liepen de schutters waarschijnlijk de zaal uit. Gelegenheidsdichten werden veel gebruikt, niet alleen als machtsvertoon maar ook als eerbetoon. Op begrafenissen werden gedichten vaak voorgedragen, het was een manier om op een eerbiedige manier afscheid te nemen. Van den Vondel heeft tijdens zijn leven veel mensen verloren. Van de vijf kinderen die hij heeft mogen opvoeden hebben er slechts twee het overleefd. Ook zijn vrouw ging op jongere leeftijd dood (Vondel, Joost van Den, z.d.-e). Veel van zijn geliefden verloor hij en hij schreef er veel gedichten over. Het was voor hem wellicht een manier om te rouwen. Hij schreef voor zijn dochtertje het gedicht 'Uitvaart van mijn dochtertje', en voor zijn zoontje 'Kinder-lyk' (Vondel, Joost van Den, z.d.-c).

 

Daarnaast schreef hij veel over het vinden van rust. In de Gouden Eeuw werd Amsterdam steeds drukker en bruisender. De kleine begroeide hofjes tussen de stenen waren daarom een uitweg voor de hardwerkende burgers. Joost van den Vondel kon, omdat hij zo goed de zintuigen beschreef, heel mooie hofdichten schrijven. Vaak gingen hofdichten over een binnenhof van een paleis zodat de rijken hun welvaart konden tonen, echter in het gedicht 'Wildzang Op dezelfde hofstede' gaat het vermoedelijk niet over het opscheppen over welvaart. Het relatief kleine gedichtje gaat over hoe hij de rust vindt in de natuur en de vogels. Het was belangrijk voor hem om naar de vogels te komen kijken:

 

Wat zong het vrolijk vogelkijn

dat in de boomgaard zat?

Hoe heerlijk blinkt de zonneschijn

van rijkdom en van schat.

Hoe ruist de koelte in 't eikenhout

en vers gesproten lof.

Hoe straalt de boterbloem als goud.

Wat heeft de wildzang stof.

(DBNL, 1989, p.58)

 

Ook hierin gebruikt hij zijn bekende stijl door je met zintuigen echt mee te nemen naar het hofje. Hij beschrijft hoe de vogels zo vrij zijn en zo zorgeloos. Het contrast tussen de drukke beurs van Amsterdam en de rust van het hofje wordt heel mooi beschreven.

 

Als laatste schreef Van den Vondel mooie gedichten bij prenten en schilderijen, ook dat was in die tijd heel gebruikelijk. Vaak werden dichters geïnspireerd door oude schilderijen of prenten. Ook Vondel schreef prachtige gedichten bij belangrijke schilderijen of boeken, zoals bij de onderstaande prent van Dirck Pietersz (DBNL, 1989, p.102). In deze prent zie je Cupido en de Dood. Deze prent is van een etiologische mythe, een mythe die een uitleg geeft aan een onverklaarbare gebeurtenis. Het gaat over hoe jonge mensen plotseling kunnen overlijden en oude mensen plotseling verliefd kunnen worden. Wellicht vond hij dit een mooie prent omdat hij zelf veel mensen van jonge leeftijd is verloren. Ook in het gedicht Cupido en de Dood gebruikt hij zintuigen om mensen mee te nemen in het verhaal: ‘in een zacht bloemendal met hun getuig en wapen;’ (DBNL, 1989, p.16). Hier gebruikt hij dus ook zijn bekende stijl waarmee hij beroemd is geworden.

 

Al met al komen er in de bundel Lust tot poëzie veel vormen van gedichten voor. Dit laat mooi zien hoe uiteenlopend de gedichten van Van den Vondel konden zijn, maar hoe ze toch allemaal dezelfde stijl konden behouden. Al zijn werken passen in zijn tijd, van gelegenheidsdichten tot hofdichten. Hij ging zeker mee met de ‘trend’ van toen. Wellicht heeft dat hem ook zo beroemd gemaakt. In zijn werk stopte hij veel liefde en veel van zichzelf, hij was uniek. Veel dichters zijn vermoedelijk nog elke dag geïnspireerd door hem en zijn werken. Hij heeft de titel ‘prins der dichters’ dus dubbel en dwars verdiend.

 

 

Bronvermelding - Lust tot poëzie, geschreven door de ‘prins der dichters’

 

DBNL. (1989a). Op de Romeinse historieschilderijen, opgehangen in de burgemeesterskamer en hun vertrek, geschilderd door Jan Lievens, Govert Flinck en Ferdinand Bol, Lust tot poëzie, Joost van den Vondel - DBNL. https://www.dbnl.org/tekst/vond001lust01_01/vond001lust01_01_0002.php

Joost van den Vondel. (z.d.-f). Literatuurgeschiedenis. https://www.literatuurgeschiedenis.org/schrijvers/joost-van-den-vondel

Koops, E. (2023c, februari 16). Joost van den Vondel - Dichter en toneelschrijver. Historiek. https://historiek.net/joost-van-den-vondel-dichter-biografie/69981/

Vondel, Joost van den. (z.d.-d). KRO-NCRV. https://kro-ncrv.nl/katholiek/encyclopedie/v/vondel-joost-van-den