De steenhouwer verschenen is/De steenhouwer verdwenen is

DE STEENHOUWER VERSCHENEN IS/DE STEENHOUWER VERDWENEN IS

D i e t s k e   G e e r l i n g s

  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop

Paperback, 136 pagina's.

Omslag Dietske Geerlings.

Prijs €20,50.

Verkrijgbaar bij de boekhandel of via onderstaande knop.

Als e-book kosteloos te downloaden bij het tabblad e-books.



Bestellen
quotesArtboard 1 copy 2

Alomtegenwoordige stilte is misschien wel het hoofdpersonage in de steenhouwer verschenen is / de steenhouwer verdwenen is, een bloedmooie vertelling van Dietske Geerlings. Bijzonder aan het boek zijn de twee ingangen. Aan de ene kant begin je met een gedicht: de saga van de steenhouwer die op een dag uit de groeve verdween, verweven met het onuitsprekelijke verlies van een kind. Via de andere kant stap je in het prozaverhaal van een vrouw, over eenzelfde verlies op een andere plek. Een gedeelde ‘boodschapper’, in de gedaante van een witte reiger, biedt nu en dan een in- of uitgang naar het andere verhaal. De personages zijn als schimmen in een droomachtige wereld, die slechts uit licht en schaduw bestaan. In het gedicht ontbreekt in elke regel wel iets, waardoor woorden in ijl gefluister oplossen. In het verhaal verdwijnen beelden in een stille nevel, om elders contourloos op te doemen. Telkens als de zilverreiger verschijnt, verandert zwaarte in lichtheid. Ik ervoer dit boek als een mentale evenwichtsoefening, waarbij Geerlings, door veel onuitgesproken te laten of subtiel symbolisch te verwoorden, de lezer alle ruimte biedt om zelf leegtes en stiltes in te vullen. Of je nu begint met het gedicht of het verhaal, herlezen is een voorwaarde om de gelaagde vertelling helemaal naar waarde te kunnen schatten.

ELiSABETH FRANCET IN 'STREVEN'  (CULTUREEL MAATSCHAPPELIJK MAANDBLAD)

Er is iets in zijn ogen, wat haar aan de maan doet denken. Als zij hem een hand geeft, verschijnt de aanzet tot een glimlach. De aannemer had gezegd dat de Fin haar wel zou verstaan, maar zelf nooit sprak. Als ze dat vervelend vond, kon ze een ander krijgen, maar dan was er een wachttijd. Spreken is zilver, ik ga voor goud, had ze geantwoord. De aannemer kende niemand die beter in zijn vak was dan de Fin. Gouden handen had hij, maar ze moest wel geduld hebben. Men zei dat hij steenhouwer was.

Ze vraagt of hij koffie wil, maar hij kijkt omhoog langs het kleine huis. Boven het raam barst de gevel uit zijn voegen. De bakstenen stuwen onder het gewicht naar voren.

 

 






 


In het dorp naast de steengroeve leefde één man die geen steenhouwer was, Antonin Vassiljev. Hij woonde, met zijn aan astma lijdende dochtertje, niet aan de kant van de groeve, maar aan het andere eind van het dorp, tegen de rivier aan. Hij was zonderling, en mensen wisselden vooral blikken als zijn naam genoemd werd, maar de Fin sprak altijd vol respect over hem, noemde hem taalhouwer, omdat hij zinnen uit taal beitelde die stonden als een monument. Dat was minstens zo’n belangrijk ambacht als dat van de steenhouwer, zei hij, omdat woorden als woning voor de ziel konden dienen. Het verdiende echter net zo slecht, maar dat had vooral met machthebbers te maken, die alleen maar bang waren om die macht te verliezen, en angst, zo zei zijn de Fin, was een wankel fundament om op te bouwen. Pas veel later had zijn zoon begrepen wat een monument was.


 


BOEK MET TWEE INGANGEN

Het boek heeft twee ingangen en daarom ook twee voorkanten. 'De steenhouwer verschenen is' vertelt het verhaal van de vrouw die de gevel van haar huis laat verbouwen door de zwijgende 'Fin'. Men zegt dat hij steenhouwer is. Terwijl de gevel uit zijn voegen barst, gaat hij zwijgend aan het werk met de beitel op de ladder voor het raam, of hij tekent aan haar keukentafel. Zij kijkt naar hem als hij tekent, of naar zijn voeten op de ladder voor het raam. Herinneringen komen boven, aan haar kleine broer, aan haar moeder, aan Jacob, die er in zekere zin nog is. Dan belt de dochter. Waar wachten ze op?

Als je het boek omkeert, kom je bij 'De steenhouwer verdwenen is'. Je belandt in poëzie, rond een steengroeve waaruit de steenhouwer verdwenen is. Beitel en draadzaag liggen op de grond. De vrouw zoekt haar kind, het kind roept om de steenhouwer, de rugstreeppad trekt zich terug in het slik. Waar wachten ze op?


quotesArtboard 1 copy 2

Herlezen: een boek met twee ingangen, zó gelaagd in stilte, licht en schoonheid dat het sowieso meermaals dient gelezen te worden om die steenhouwer in volle glorie tevoorschijn te laten komen. De onvolprezen Dietske Geerlings, die al haar boeken in eigen beheer uitgeeft, behoort voor mij vandaag tot de meest originele en beste schrijvers binnen Nederlands taalgebied. Haar werk is poëzie, proza, beeldende kunst en meditatie oefening tegelijk.

ELiSABETH FRANCET (RECENSENT VAN GEEN DAG ZONDER BOEK)

de steenhouwer verdwenen is

in de groeve

de beitel op de grond ligt

uit mergel een golf is ontsprongen

in ondiep zeewater bezonken kalkskeletten

zij hier verdwenen is

en elders aan het licht komt

 

de afwezige een vogel hoort

maar de vogel zich heeft losgezongen uit het woord

met gespreide vleugels

roerloos de witte reiger wacht

op de tak die boven de rivier hangt

zich niet terugzingen kan

in de oren echoot van wie afwezig is

in haar ogen een vleugel klapwiekt

een tak knapt in een herinnering

 

wat een stekelige bolster

in een groeve doet

waar het kind wankelt op de rand

naast de kloofbeitel

een glanzende kastanje afwezig is

aan de draadzaag klei en kalk zitten

het lichaam verdwenen is

het hoofd nog aarzelt

een witte reiger opvliegt

van de tak die boven het water hangt

iemand de steenhouwer zoekt

 


 

 






 


in de groeve geen oorlog woedt

zolang het kind huizen bouwt van vuurvlinders en

kalkskeletten

onder de huid een moeder fluistert

een stem gruizend haar roept verliest

luistert naar het kind onder haar zorgen

zingt dat het slapen kan altijd slapen kan en

het hart zich vormen zal om de liefsten

als het zijn ogen sluit

 

vrouwen de slaap niet kunnen vatten

de groeve naderen

kloofbeitel in de hand

draadzaag op de schouder

in het maanlicht om de steenhouwer gaan

vrouwen de haren klieven

niet malen om het loslaten

maar om het lied in het hoofd

dat verder reikt dan de roep van de oehoe

vrouwen de haren kappen

de maan liefhebben

de kale schedel

de lokroep van de rugstreeppad smoort

vrouwen om de groeve gaan

bloed langs de wanden vloeit

de grond trilt onder hun voeten

vrouwen de wereld bevolken als mensen

niet anders dan als mensen

de wereld bevolken

 

 



 


  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
  • Titel dia

    Schrijf uw onderschrift hier
    Knop
quotesArtboard 1 copy 2

Deze novelle kent twee ingangen. In ‘de steenhouwer verschenen is’ lezen we proza. ‘De steenhouwer verdwenen is’ wordt gevormd door een lang gedicht. Japans aandoende portretjes/aquarellen sieren de cover en de eerste bladzijden van beide delen. Bij het poëzie-deel is de zilverreiger zeer subtiel geschetst. De ingang: ‘De steenhouwer verschenen is’. Deze ingang kent drie delen, die elkaar prachtig aanvullen. Waar je bij het eerste verhaal geen antwoorden krijgt, komt dat bij het volgende verhaal. Het vormt één mythisch, bijna spiritueel geheel. Het is in prachtige taal en beelden gegoten.
De schetsen/portretjes brengen je in een bepaalde sfeer, zeker als de titel ook nog Japans aandoet. De Japanse steenhouwer is een Aziatisch volksverhaal dat gaat over gelukkig zijn. 

MARIJKE VAN DER HOEK (HEBBAN)

Lees recensie
Share by: