Blogopmaak

‘Als dit de werkelijkheid niet is, waarom laat je de niet werkelijke dingen je dan zo raken?’
Bespreking van 'Het tegenovergestelde van een mens' van Lieke Marsman
Dietske Geerlings


De roman ‘het tegenovergestelde van een mens’ van Lieke Marsman begint met ‘een ochtend’: ‘deze ochtend/die een bedreigende tijdloosheid/uitstraalt/alsof er vernomen moet worden/dat deze zomer sinds 1986/dezelfde is/alsof het mogelijk is iets aan te wijzen/voor langer dan een seconde/dit licht/dat uit het verleden lijkt te komen/alsof er daar iemand een spiegel vasthoudt/en het naar ons toe kaatst, licht/en diezelfde spiegel/die onbeholpen probeert/dat licht vast te houden/maar het rent weg (...)’. Het is prettig om meteen aan het begin van een roman poëzie in te rollen, vooralsnog geen hoofdletters en leestekens, alleen woorden die het betrekkelijke en vluchtige van een moment proberen te vangen, want wat is nu een ochtend? Schrijven is wellicht een manier om een ochtend te vangen, en een roman een vorm van ‘oneindige regressie:/spiegel en spiegel/mens en mens’. 

De hoofdpersoon Ida, die vanuit de studie politicologie, via Future Planet Studies uiteindelijk in de master Aardwetenschappen belandt, ontmoet de vrouw Robin op een verjaardag van een gemeenschappelijke vriend en wordt verliefd op haar: ‘Ik ben van plan de rest van mijn leven met haar door te brengen, maar dat durf ik nog niet te zeggen.’ In de loop van het boek worden steeds kleine stukjes van deze relatie blootgelegd. De vrouwen verschillen erg. Ida plaatst Robin op een voetstuk: ‘Ik voel iets voor iemand, en hup, daar staat ze, hoog op het witte marmer. Opeens krijgt alles wat ze zegt betekenis, ook als ze domme dingen zegt, zichzelf tegenspreekt of e-mails vol taalfouten stuurt. Ik wurm mezelf in de raarste mentale posities om eventuele incoherenties in een positief daglicht te plaatsen, maar weet je wat het stomme is? Ik ben het voetstuk. Iemand op een voetstuk plaatsen wil zeggen: diegene boven jezelf plaatsen, maar wel binnen handbereik (zonder voetstuk geen standbeeld: zonder mij geen jou).’ 

Behalve de relatie tussen Ida en Robin is ook klimaatverandering een rode draad door het boek. Ida gaat voor een stage naar Italië, bij een instituut dat klimaatverandering in de Alpen onderzoekt. Het project betreft de verwijdering van een stuwdam. De twee thema’s grijpen op een subtiele manier in elkaar en dat komt ook door de experimentele opbouw. Het boek bevat meerdere delen, maar ook veel poëzie, dagboekfragmenten, herinneringen, dialogen, quiz-vragen, kleine ruzies, citaten van andere auteurs en filosofische bespiegelingen. Het een roept het andere op. Een gesprek met de onderzoekster Chiara, die pertinent beweert dat de opwarming van de aarde het eerst voor Nederland en Florida desastreuze gevolgen zal hebben, roept angst op. Op het gesprek volgt direct een filosofische bespiegeling over hoop en angst en vervolgens over alleen angst. De opmerking van Robin dat zij beiden eigenlijk wel heel erg verschillend zijn, roept een prachtig stukje op over verschillen. De gedachte dat Robin heel erg van de zee houdt, roept door alle gedachten over klimaatverandering onbewust gevaar op, omdat de zee ook een bedreiging kan zijn. 

De filosofische stukjes zijn zo luchtig geschreven, alsof je zelf aan het denken bent, en dat klopt natuurlijk ook, want terwijl je leest, zijn het ook jouw gedachten. Het gevoel dat de stem binnen in jezelf zit, komt natuurlijk ook door het ik-perspectief, maar het wordt versterkt, omdat het vragen oproept die jouzelf ook aan het denken zetten, waardoor wat je leest en wat je denkt op een wonderlijke manier in elkaar grijpen, waardoor je bijna zelf de ervaring van het ‘scheppen’ hebt.

Het boek verveelt geen moment, omdat grote filosofische vraagstukken afgewisseld worden door alledaagse gesprekken en observaties. Marsman zet niet alleen de wereld van haar personages op z’n kop, maar ook die van de lezer. Steeds komt er weer een nieuwe invalshoek van waaruit je het leven, de wereld en de mens kunt bezien. Uit fragmenten bouwt zij subtiel misschien wel het tegenovergestelde van een mens. Dat de naamstam van ‘Ida’ ‘scheppend’ betekent, is in dit opzicht veelzeggend. In hoofdstuk 28 schrijft ze dat nog maar weinig mensen geloven in het bestaan van een ziel en dat we toch blijven vasthouden aan het idee dat ieder mens één kern heeft en de verwachting dat het zelfidentieke bewustzijn van de mens consequent en consistent is, wat het onmogelijk maakt om een persoon paradoxale eigenschappen toe te dichten. Toch staat het boek vol tegenstrijdige gevoelens, tegenstellingen die zich juist aan elkaar lijken vast te klampen. 

De moeder van Ida vertelde haar vroeger dat de mens door en door slecht was. Dat bracht haar op de volgende gedachte: ‘als mensen slecht waren, en ik wilde goed zijn, dan moest ik ervoor zorgen dat ik het tegenovergestelde van een mens was’. Eerst probeerde ze dat door op haar handen te lopen en later ‘door dagenlang zo min mogelijk te zeggen bijvoorbeeld, terwijl ik eigenlijk heel graag bij alles mijn mening wilde verkondigen, of door juist de hele tijd te zegen hoe leuk ik het allemaal vond en hoe gelukkig ik was, terwijl ik eigenlijk in diepe rouw was over het feit dat ik bestond.’

Tussen de prachtige regels voel je de dreiging, van het water, maar ook van de botsingen tussen Ida en Robin. Het is meesterlijk hoe Lieke Marsman deze dubbele dreiging laat samenkomen in iets onafwendbaars, en zoals je met poëzie het boek in rolt, rol je het ook weer met poëzie uit. Het is een boek dat op heel veel manieren binnenkomt en je aan het denken zet over hoe de mens kwetsbaar in de wereld staat, een wereld die ook zelf aan het wankelen is. 

Share by: